DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
 
HOME - SITEMAP
  MIEREN DETERMINEREN
 




 

 

 

Mieren op naam brengen, op soortnaam, is in een aantal gevallen simpel, in veel gevallen lastig. Kleur en grootte zijn bijvoorbeeld slechte kenmerken.

Bij veel mierensoorten zijn de grootste werksters twee keer zo groot als de kleinste. Rode bosmierwerksters bijvoorbeeld varieren in lengte van 4 tot 9 mm.

Net volgroeide mieren zijn veel lichter van kleur dan mieren van een jaar oud.
Veel gele mieren worden onterecht gele weidemieren genoemd, een zeer algemene soort. Maar de schaduwmier is ook geel en is ook zeer algemeen.
Bovendien is het niet ongebruikelijk dat deze mieren geelbruin of grauwgeel zijn en dus niet als 'geel' worden gezien.

Veel gemaakte determinatiefouten op waarneming.nl betreffen:

Rode bosmieren
Veelal wordt er van uitgegaan dat mieren die een koepelnest bouwen gewone bosmieren zijn (genus Formica, subgenus Formica). Maar bloedrode roofmieren (genus Formica, subgenus Raptiformica), die sprekend op rode bosmieren lijken, bouwen ook vaak koepelnesten.
Wil je een naam geven aan deze mieren, dan spreken we van 'koepelnest bouwende bosmieren'(Formica spec.).
Als haartjes op een rode bosmier worden gezien, wordt er vaak ten onrechte van uit gegaan dat het hier gaat om een behaarde rode bosmier (Formica rufa). Echter, het gaat alleen om de haartjes op het borststuk!
Rode bosmieren met een zwarte vlek op de bovenkant van hun borststuk worden vaak zwartrugbosmieren genoemd. Echter, alle rode bosmieren hebben meestal een zwarte vlek op hun borststuk. Bij zwartrugbosmieren is de vlek groot en mat en deze bosmier is sterk behaard.
Om het nog lastiger te maken: kruisingen (hybriden) tussen behaarde en kale rode bosmieren komen geregeld voor.
Tenslotte zijn er nog renmieren die sprekend op rode bosmieren lijken, zoals de rode renmier.
Om rode bosmieren te determineren klik hier.

Zwarte mieren
Mieren die er zwart uitzien worden vaak gedetermineerd als de grauwzwarte renmier, of de glanzende houtmier of de wegmier.
Dit zijn echter heel verschillende mieren. Zie de links naar deze soorten op deze website.

Wegmier
De wegmier is de algemeenste mierensoort van ons land. Het is de mier (o.a.) onder de straatstenen. Er is echter een mier die niet zonder binoculair van een wegmier is te onderscheiden, namelijk de humusmier. Vind je een nest dan is het eenvoudig: de wegmier heeft een nest in het zand, de humusmier in humus, dood hout, en dergelijk, nooit in het zand.

Gele mieren
Zoals hierboven al is genoemd, meerdere soorten zijn geel, zoals de gele weidemier, de schaduwmier, de wintermier en de veldmier. Zie de links naar deze soorten op deze website.

ZIE OOK: BOEKEN OM MIEREN MEE TE DETERMINEREN

 

 
Peter Boer, laatste update: 26.02.2020