DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
DE ZWARTRUGBOSMIER - Formica pratensis, de bosmierdienaar
 

zwartrug

Kop van een zwartrugbosmier. Let op de haartjes op de koprand. Foto: AntWeb.org

zwartkopbosmier
Zwartrugbosmier. Let op de scherp omgrense zwarte vlek op het borststuk. Foto: AntWeb.org.

 


De zwartrugbosmier is in het algemeen duidelijk herkenbaar aan de mat zwarte, scherp omgrensde vlek op het borststuk. 'In het algemeen'wil zeggen, dat dit niet altijd het geval is. Dat maakt het determineren van rode bosmieren zo lastig. Klik hier voor determineerdetails.

Habitat en nest
De zwartrugbosmier komt je in verhouding meer in open terrein tegen dan de andere rode bosmieren, terwijl het nest, ook in verhouding, in het algemeen platter is, dus zonder bolle koepel. Maar er zijn genoeg plaatsen waar je midden in het bos zwartrugbosmieren tegen kunt komen. Dit zijn nooit schaduwrijke bossen.
Solitaire nesten komen voor. Dikwijls zijn er niet ver van elkaar nog een of enkele nesten te vinden. Soms zelfs vele. Dit heeft te maken met het aantal koninginnen in het nest. Als zich meer dan een koningin in een nest bevindt, kan een nestpopulatie afgesplitst worden: een aantal werksters verhuizen en nemen een koningin meer. Klik hier voor meer details voor het vergelijkbare fenomeen bij de behaarde rode bosmier.

Van de vier Nederlandse rode bosmiersoorten zijn de stronkmier en de zwartrugbosmier waarschijnlijk niet of zeer zelden uitgezet. Dit in tegenstelling tot de kale- en behaarde rode bosmier, waarvan de verspreiding in Nederland voor een belangrijk deel door de mens is bepaald.

De zwartrugbosmier is net als de andere rode bosmieren bij wet beschermd. Zwartrugbosmieren overleven als nestpopulatie een bosbrand.
Zwartrugbosmiernesten lopen meer risico ernstig verstoord te worden dan de andere rode bosmiersoorten, omdat ze 1) minder opvallen en 2) zich meer in het open terrein bevinden. Dit houdt in dat maaien van bermen en bosranden en betreding door koeien en schapen in principe bedreigend zijn. Het verdient aanbeveling om voordat beheerwerkzaamheden worden verricht, de rode bosmiernesten te zoeken (inventariseren) en vervolgens deze te markeren.

Zwartrugbosmieren verschillen weinig of niet wat hun levenswijze betreft van de andere rode bosmieren (zie daarom ook aldaar). Eén van de uitzonderingen is de voortplantingstijd, die later in de tijd plaats vindt dan die van de behaarde en kale rode bosmier. Voor het voedsel en vijanden zie de aparte websitepagina’s.
Zwartrugbosmierkoninginnen kunnen niet zelfstandig een kolonie stichten. Daartoe hebben ze een andere mierensoort nodig. Meestal betreft dit grauwzwarte renmieren.

 

Bronnen
Boer P 2010. Mieren van de Benelux. Stichting Jeugdbondsuitgeverij, 's Graveland. 184pp.

 
 

 

   
 

zswartkopnest

Nest van een zwartrugbosmier. Ommen 2007.

   
       

 

Peter Boer, laatste update: 20.01.2015