DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
DE BLOEDRODE ROOFMIER - Formica sanguinea, werkt met slaven
  roofmierkop  


Rode bosmier-, satermier- en bloedrode roofmierprinsessen kunnen niet zelfstandig een kolonie stichten. Daar ‘misbruiken’ ze een renmierkolonie voor. Eenmaal opgenomen in een renmierkolonie, beschouwen de renmierwerksters de indringster als hun nieuwe koningin. De voormalige renmierkoningin wordt afgezet of gedood of misschien waren ze al zonder koningin. Enkele jaren later zijn de renmierwerksters uitgestorven. Er was immers geen renmierkoningin om renmiereieren te leggen. In die tussentijd zijn er voldoende niet-renmierwerksters om al het werk in het nest uit te voeren.
Bloedrode roofmieren blijven graag met renmierslaven werken. Om daarin te voorzien gaan ze geregeld op slavenjacht. Ze dringen het nest van renmieren binnen, roven zoveel mogelijk renmierpoppen en brengen die naar de kraamkamers van hun eigen nest. Daar ontpoppen ze en gaan de taken in het nest uitvoeren, vaak het verzorgen van het broed. In de nesten kan je dus altijd twee soorten mieren tegenkomen. Een enkele keer zelfs drie, dan zijn er twee soorten slaafmieren, meestal de grauwzwarte renmier Formica fusca en soms de bruine renmier F. cunicularia of de rode renmier F. rufibarbis.

Herkennen
Bloedrode roofmieren lijken erg veel op rode bosmieren, voor de verschillen klik hier.

Het nest
Het nest kan een koepelnest zijn, soms zelfs een hele grote, maar ze blijven laag. Vaak ziet het nest er slordig, verwaaid uit. Lang niet altijd hebben ze nestmateriaal gebruikt. Het nest bevindt zich dan in dichte vegetatie, bijvoorbeeld een heidestruik of een pol pijpenstrootje. Soms is het een zuiver zandnest.

Habitat
Nesten vind je op zonnige plaatsen. Wat dat betreft stellen ze hogere eisen dan rode bosmieren. Heidevelden, schrale wegbermen en bosranden zijn typische habitats.

Voorkomen
Roofmieren komen niet in de kustduinen voor, met uitzondering van enkele nesten op Terschelling en Schiermonnikoog. Op de hogere zandgronden komen ze in sterk wisselende dichtheden voor. Gewoonlijk zijn ze algemener dan rode bosmieren.

Bronnen
Boer P 2010. Mieren van de Benelux. Stichting Jeugdbondsuitgeverij, 's Graveland. 184pp.

 
  Kop van bloedrode roofmier. Let op het deukje aan de voorkant van het kopschild. Foto: antweb.org    
  roofmiernest    
  Rommelig nest van bloedrode roofmier voor de helft in pol pijpenstrootje. Overloonseduinen 2009.    
  habitatroofmier    
 

Habitat en nest (half onder boomstam) van bloedrode roofmier. Beekhuizerzand 2011.

   

 

Peter Boer, laatste update: 16.05.2013