DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
 
 
HOME - SITEMAP
 
  MIERENNESTEN ALS CO2 OPSLAG  
 

 

Mieren remmen de opwarming van de aarde

Het klinkt ongeloofwaardig: CO2 uit de lucht wordt opgeslagen in mierennesten, zodat de aarde een beetje afkoelt. Toch zijn er sterke aanwijzingen voor.

Op zes plaatsen in Arizona en Texas (USA), op verschillende hoogten, werden om de vijf jaar, metingen gedaan in de nesten van acht verschillende mierensoorten gedurende 25 jaar. De analyses van de grondmonsters werden vergeleken met die aarde onder termietennesten, rond plantenwortels en onbegroeide aarde. De monsters werden op een diepte van 50 cm genomen. Men bepaalde de concentratie carbonaat. In de loop van die 25 jaar bleef de carbonaatconcentratie van de bodem rond de mierennesten gelijk, terwijl die in mierennesten alsmaar toenam, bij alle acht de soorten.

Er wordt verondersteld dat van nature in de bodem aanwezige olivijn- en plagioklaaskorreltjes (plagioklaas is een soort veldspaat) in mierennesten verweren, waardoor magnesium en calcium vrijkomen. Deze binden vervolgens CO2 tot calciumcarbonaat (kalk) of magnesiumcarbonaat (dolomiet). Deze reactie is veel sterker dan die in termietennesten en rond plantenwortels.

In het artikel wordt met geen woord gerept over broeikaseffect of opwarming van de aarde. Dat is iets van de tegenwoordige tijd. Men heeft het er, in tegendeel, over dat de laatste 60 miljoen jaar de temperatuur op aarde is gedaald en dat van alle biologische processen die daarin een rol spelen, die van de mieren een van de belangrijkste is, te meer daar mieren in gigantische hoeveelheden, verspreid over de hele aarde voorkomen.

Olivijn is de laatste tien jaar erg in de belangstelling om de concentratie atmosferische CO2 te beperken. Om het milieu te verrijken met olivijn is men al bezig olivijn in meststoffen te verwerken, als dakbedekking te gebruiken en toe te voegen aan strooizout en brekerzand. Men ziet dus het belang van olivijn als CO2-reducent. Ziet men ook het belang van de rol die mieren hierbij spelen?

Het is niet zo dat de mieren zelf een actieve rol spelen in de verwering van minerale bodemdeeltjes. Het zijn m.i. meer de in mierennesten aanwezige biotische en abiotische factoren die de verwering versnellen. Ten opzichte van de omgeving is een mierennest warmer, luchtiger en vochtiger en is de chemisch activiteit groter vanwege de veelsoortige stofwisselingsprocessen van de in de nesten levende mieren en niet-mieren (schimmels, bacterien, detrituseters).

De mieren in het Amerikaanse onderzoek komen niet in Nederland voor, wel vergelijkbare soorten zoals draaigatjes, renmieren en steekmieren. Bovendien verwacht ik dat juist de meest algemene mier van Nederland de wegmier en de eveneens zeer algemene gele weidemier een heel belangrijke rol kunnen vervullen in het proces van CO2-reductie op de manier zoals in het Amerikaanse onderzoek is beschreven. Veel olivijn zit er niet in ons zand, maar veldspaat genoeg wat in mierennesten verweerd kan worden zodat er calcium vrijkomt.

Optimaliseren van ons milieu dat geschikt is en blijft voor mieren en voorkomen dat er ‘mierenwoestijnen’ ontstaan verdient dus - ook in dit kader - alle aandacht.

Bron:
R.I. Dom, 2014. Ants as a powerful biotic agent of olivine and plagioclase dissolution. Geology 42: 771-774.

 

 

 
Peter Boer, laatste update 13.12.2014