DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
DE DUINSTEEKMIER - Myrmica specioides
 
Kop van duinsteekmier. Foto: antweb.org.
 

Weinig Nederlandse mieren zijn typisch voor één bepaald biotoop. De duinsteekmier is een uitzondering.

Herkennen
Een combinatie van essentiële kenmerken is het relatief weinig versmalde voorhoofd (frons), de voorste knoop die aan de voorkant rond is en naar achteren geleidelijk afloopt en de smalle, gechitiniseerde knik in het lange, eerste voelsprietlid. Door deze combinatie van kenmerken verschilt de duinsteekmier van de zandsteekmier M. sabuleti en de moerassteekmier M. scabrinodis. Vooral met de laatste wordt de duinsteekmier nog al eens verwisseld.

Habitat
Duinsteekmieren komen voor in zandige habitats. Dat wil zeggen biotopen met kaal zand, zoals randen van stuifzanden en het gebied vlak achter de zeereep in de duinen. Ook in geïsoleerde zandige gebiedjes van enkele hectaren kunnen duinsteekmieren voorkomen.
Het nest zit gewoonlijk tegen of onder een plant en bevindt zich tussen het wortelstelsel daarvan (helm, zandzegge, struikhei en dergelijke). Boven het nest is de bodem zelden door mossen bedekt (zoals bij zandsteekmieren meestal het geval is).

Agressief?
Volgens Seifert is de duinsteekmier een agressieve soort, die zelfs predeert op gele weidemieren. Hoe Seifert aan deze informatie komt is onduidelijk. Het is waar dat duinsteekmierennesten geregeld tegen die van gele weidemieren aan liggen. Bij menselijke verstoring van aan elkaar grenzende nesten (wat heel gewoon is) gaan beide soorten elkaar te lijf. Dat doen andere soorten mieren ook die tegen gele weidemiernesten aanleunen, zoals wegmieren en bruine renmieren. Met andere woorden, is de duinsteekmier wel een gele weidemier-eter? En is de duinsteekmier wel agressiever dan de andere steekmieren?

Bronnen
Seifert B 2007. Die Ameisen Mittel- und Nordeuropas. Lutra.

 
 
Let op de eerste knoop die rond afloopt. Foto: antweb.org.
   
     
   
   
   

 

Peter Boer; laatste update: 11.12.2013